Bedradingsvoorbeeld Voor Bedrading In De Unit; Isoleren Van De Leidingen - Daikin CMSQ200A7W1B Installation Manual

Hide thumbs Also See for CMSQ200A7W1B:
Table of Contents
Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 5
Voorzorgsmaatregelen
stroomdraden
Sluit geen draden van een verschillende dikten aan
op dezelfde voedingsklemmenstrook. (Loszittende
stroomdraden
veroorzaken.)
Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte
te werk als volgt.
Gebruik voor bedrading de aangegeven stroomdraad
en sluit stevig aan; maak dan vast om druk van
buitenuit op de klemmenstrook te voorkomen.
Draai de klemschroeven vast met een geschikte
schroevendraaier. Een schroevendraaier met een
kleine kop beschadigt de schroefkop en maakt
degelijk vastzetten onmogelijk.
Als klemschroeven te vast worden aangespannen,
dreigen ze te breken.
Zie de onderstaande tabel voor het aanhaalkoppel
van de klemschroeven.
Aanhaalkoppel (N•m)
M8 (voedingsklemmenstrook)
M8 (aarding)
M3 (klemmenstrook voor bedrading
tussen units)
Aanbevelingen bij het aansluiten van de aarding
Leg de aardingsdraad, wanneer u hem naar buiten trekt,
zodanig dat hij door de uitsparing van de sluitring loopt.
(Een slechte aardaansluiting kan resulteren in een
slechtwerkende aarding). (Zie afbeelding 16)
CMSQ200+250A7W1B
Airconditioningsysteem
4PW47543-1
bij
het
installeren
van
kunnen
abnormale
warmte
5,5~7,3
0,8~0,97
8.8.

Bedradingsvoorbeeld voor bedrading in de unit

Raadpleeg afbeelding 25.
1
Elektrische bedrading
2
Bedrading tussen units
3
Klem vast op de elektriciteitskast met behulp van lokaal te
voorziene klemmen.
4
Wanneer de stroom-/aardingsdraden langs de rechterzijde
worden naar buiten gevoerd:
5
Bij het aanleggen van het afstandsbedieningssnoer en de
bedrading tussen de units, moet een afstand van 50 mm of meer
van de stroomdraden worden in acht genomen. Zorg ervoor dat
de stroomdraden geen verwarmde delen raken (
6
Klem vast tegen de achterkant van de kolomsteun met lokaal te
voorziene klemmen.
7
Wanneer de bedrading tussen de units via de leidingsopening
wordt naar buiten gevoerd:
8
Wanneer de stroom-/aardingsdraden van de voorkant worden
naar buiten gevoerd:
9
Wanneer de aardingsdraden langs de linkerzijde worden naar
buiten gevoerd:
10
Aardingsdraad
11
Let er bij het bedradingswerk op dat u de akoestische isolatoren
niet van de compressor losmaakt.
12
Voeding
13
Zekering
14
Aardlekschakelaar
15
Aardingsdraad
16
Unit A
17
Unit B
18
Unit C
9.
I
SOLEREN VAN DE LEIDINGEN
Na het uitvoeren van een lekkagetest en ontluchten van het systeem
moeten de leidingen worden geïsoleerd. Hou daarbij rekening met de
volgende punten:
Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
Isoleer altijd de vloeistof- en de gasleiding (voor alle units).
Gebruik hittebestendig polyetheenschuim dat bestand is tegen
een temperatuur van 70°C aan de vloeistofleidingen en poly-
etheenschuim dat een temperatuur van 120°C kan verdragen
aan de gasleidingen.
Verstevig de isolatie op de koelmiddelleiding naar gelang de
installatie-omgeving.
Omgevings-
temperatuur
Vochtigheid
≤30°C
75% tot 80% RV
>30°C
Op de isolatie kan condens ontstaan.
Als condens van op de afsluiter in de binnenunit zou kunnen
terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat
de buitenunit hoger staat dan de binnenunit, moet dit worden
voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Raadpleeg
afbeelding 10.
1
Afsluiter gasleiding
2
Afsluiter vloeistofleiding
3
Servicepoort voor bijvullen van koelmiddel
4
Afdichtingsbehandeling
5
Isolatie
6
Verbindingsleiding tussen binnen- en buitenunits
Isoleer
lokale
leidingen
brandwonden bij aanraking.
).
Minimum dikte
15 mm
≥80 RV
20 mm
wegens
het
gevaar
op
Montagehandleiding
14

Hide quick links:

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Cmsq250a7w1b

Table of Contents